Een gezond leefmilieu met voldoende paai-, opgroei-, voedsel- en overwinteringsgebieden is van levensbelang voor vissen. Minstens zo belangrijk is dat vissen ongehinderd heen en weer kunnen zwemmen tussen deze gebieden.
Het huis van de vis is de afgelopen decennia behoorlijk opgeknapt. De waterkwaliteit is verbeterd doordat industriële lozingen zijn aangepakt en huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd. Ook de leefomgeving van vissen is er door diverse maatregelen – zoals het aanleggen van visvriendelijke oevers en baggeren van watergangen – sterk op vooruit gegaan. De hiervoor genoemde punten zijn door de georganiseerde sportvisserij op de agenda gezet bij zowel de waterbeheerders als de politiek.
Opheffen obstakels
Vismigratie is een ander belangrijk punt dat door de sportvisserij bij de verschillende betrokken partijen onder de aandacht is gebracht. Wil de visstand optimaal kunnen profiteren van de genoemde verbeteringen, dan is het essentieel dat vissen ongehinderd heen en weer kunnen zwemmen. De paai-, opgroei-, voedselen overwinteringsgebieden verschillen van karakter en bevinden zich doorgaans niet direct bij elkaar in de buurt. Het opheffen van obstakels – bijvoorbeeld dammen, stuwen en sluizen – die vismigratie belemmeren, is daarom noodzakelijk.
Een creatieve oplossing voor een vispassage midden in Lochem.
Werk in uitvoering
De aandacht voor vismigratie is opgepakt door water- en natuurbeheerders; zowel nationaal als internationaal. Het beste voorbeeld hiervan is de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarin spelen vissen als onderdeel van een gezond ecosysteem een belangrijke rol. Mede
dankzij onderzoek en expertise vanuit de sportvisserij zijn de belangrijkste migratieknelpunten in kaart gebracht, worden vistrappen aangelegd en zijn steeds meer gemalen voorzien van visveilige pompen. Ook de barrière tussen zout en zoet wordt langzaam maar zeker geslecht. Het meest in het oog springende voorbeeld hiervan zijn de Haringvlietsluizen die in 2018 eindelijk op een kier worden gezet.
Waterkracht
De eerste resultaten van deze inspanningen worden zichtbaar. Trekvissen als de barbeel en de winde zijn terug en ook de zeeforel en de zalm lijken aan een – zij het voorzichtige – comeback bezig. Overigens profiteren standvissen als baars, snoek en karper eveneens van de aanleg van vistrappen. Maar hoewel er veel is bereikt op het gebied van vismigratie, zijn we er nog lang niet. De waterkrachtcentrales in onze stromende wateren blijven een groot probleem. Nog altijd worden veel (trek)vissen vermalen in de turbines. Zeker wanneer er meerdere centrales in dezelfde rivier staan, kan het effect op de visstand desastreus zijn. Daarom pakt Sportvisserij Nederland deze bedreiging van de visstand keihard aan. Zonder goed werkende visgeleidingssystemen levert waterkracht immers geen groene, maar bloedrode stroom!
Bron:
Hét Visblad